Zoals we gelezen hebben in stap 7 bij het vergisten kan je gaan bottelen als na 2 dagen het eind SG stabiel is en niet meer veranderd. Als je gaat bottelen voordat de gisting voorbij is krijg je potentiële bierbommen.
Net als in sommige andere stappen van het brouwen geldt voor het bottelen dat je moet ONTSMETTEN. Alle materialen die je gebruikt bij het bottelen moet je dus goed ontsmetten. Als je gaat zoeken op internet zul je zien dat het ontsmetten voor het bottelen altijd discussie oplevert. Waar de ene persoon voorkeur heeft om Star San te gebruiken vindt een ander dat hij alles moet schoonmaken met sulfiet en citroenzuur. Five Star StarSan is een voedselveilig middel en behoeft niet nagespoeld te worden.
Ook zijn er mensen bij die chemipro-oxi gebruiken voor het ontsmetten terwijl dit meer voor het reinigen van materialen is. Oxi werkt op basis van zuurstof en veelal zul je na het reinigen met dit middel een witte waas aantreffen op je donkere flesjes bijv. Het kan op zich geen kwaad eventueel kan je naspoelen.
Je zal in verloop van tijd wellicht ervaring op doen met wat jij de beste methode vindt voor je hobby. Het is in ieder geval belangrijk dat je alle materialen die je gebruikt tijdens het bottelen goed schoonmaakt en ontsmet en schoon werkt!
De materialen die je nodig hebt voor het bottelen en moet ontsmetten ;
Hevelslang met antidroesem
(Bottel)emmer met kraantje
Afvulpijpje
Kroonkurken
Flessen
Flessenspoeler met druiprek
Apparaten die je nodig hebt maar niet ontsmet hoeven worden ;
Om je jongbier uiteindelijk de fles in te krijgen moet je dus eerst e.e.a. schoonmaken en ontsmetten. Flessen kun je nieuw kopen maar ook hergebruiken. Als je een flesje leeg hebt spoel je deze goed om met warm water dat het flesje goed schoon is. Het etiket kan je er af weken en daarna kan je met een schuursponsje de restanten verwijderen. Zet het flesje dan op de kop weg om te laten drogen. Op deze manier kan er geen vuil meer in het flesje komen en verklein je de kans op een besmetting al.
Na het schoonmaken kan je het bier overhevelen van het gistvat naar je bottelemmer. Als je een automatische hevel met antidroesem gebruikt blijft het gist dat naar de bodem van het gistvat gezakt is zoveel mogelijk achter in het vat en neem je dit niet mee naar je bottelemmer.
Bij het bottelen van bier moet je suiker toevoegen. Hierdoor treedt hergisting op en komt er koolzuur in het bier. De hoeveelheid suiker die je toevoegt bepaalt ook hoeveel koolzuur je in je bier krijgt. Normaliter voeg je ongeveer 6 a 7 gram suiker per liter bier toe. Wil je weinig koolzuur dan voeg je 4 gram per liter toe en wil je juist veel koolzuur dan gebruik je 8 gram per liter. De hoeveelheid koolzuur hangt af van de biersoort. Bij een tripel voeg je al gauw 6 tot 7,5 gram per liter toe en een porter of stout hanteer je meestal 3,5 tot 4,5 gram per liter.
Het bottelsuiker kan je op verschillende manieren toevoegen. Kijk hoeveel liter bier je gemaakt hebt en bepaal hoeveel koolzuur je in je bier wenselijk is.
Stel dat je 22 liter bier hebt overgeheveld en je gaat uit van 6 gram per liter dan heb je 154 gram suiker nodig. Breng dezelfde hoeveelheid water aan de kook en voeg het suiker toe tot het opgelost is. Even laten afkoelen en giet dit alvast in je bottelemmer voor het overhevelen.
Je kan het ook toevoegen na het overhevelen en voorzichtig roeren. Doe dit uiteraard met een ontsmette lepel en roer voorzichtig omdat je nu geen zuurstof meer in je bier wil hebben.
De suikeroplossing kan ook per flesje toegediend worden. Dit kan op verschillende manieren gedaan worden.
- Voeg de hoeveelheid suiker toe aan het flesje met behulp van een trechtertje. Zoek hiervoor iets waarmee je de juiste hoeveelheid afweegt en voeg dit toe met behulp van een trechtertje.
- Koop kleine suikerklontjes van 4 a 5 gram.
- Koop speciale carbonation drops en voeg deze toe aan de flesjes.
- Met behulp van een doseerspuitje. Hiervoor dien je te berekenen hoeveel suikerwater oplossing per flesje toegevoegd moet worden. De berekening leggen wij ergens anders uit.
Nadat je de flessen gevuld hebt met behulp van het afvulpijpje kun je de kroonkurk op het flesje persen en kun je de fles wegzetten op kamertemperatuur. De restanten gist in de fles zullen het bottelsuiker omzetten in koolzuur en nog een klein beetje alcohol toevoegen. Afhankelijk van de biersoort is het bier na een week of 2 voorzien van de juiste hoeveelheid koolzuur. Je kan na een week eens een flesje openen om te horen of er al wat druk uit komt als je de dop opent en hem uitschenkt. Nog geen sisser en schuimkraag? Schud de flesjes dan even goed en zet ze weer weg. Na een week nogmaals ééntje openen om te kijken of er nu meer koolzuur gevormd is. Heb je genoeg koolzuur? Zet de flesjes dan kouder weg. Sommige biersoorten moeten juist langer staan voordat de smaak gevormd wordt.
Nu heb je alle stappen doorlopen en kun je zelf beginnen met brouwen!